Gillius van Bergeijk

Gillius van Bergeijk werd geboren op 3 mei 1948 te Den Haag. Hij ontving zijn muzikale opleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Sinds 1972 is hij werkzaam als docent electronische muziek aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag en vanaf 1976 leidde hij Jeugd en Muziek - improvisatie workshops in Den Haag. Behalve componist is hij ook jazz-musicus en leidde hij een eigen orkest: Gillius' Haagsche Hofje. Daarnaast speelde hij in diverse ensembles en orkesten.

Hij componeerde electronische en instrumentale muziek zowel binnen als buiten het gebruikelijke idioom. Van zijn hand verschenen onder andere D.E.S. (electronische muziek), B.A.C. voor draaiorgel, Het Leven van Rosa Luxemburg voor piano, celesta, 4 melodie-intstrumenten en tape (1971), geschreven in opdracht van de Rotterdamse Kunststichting, Opwaartsche Wegen voor klein orkest (1972) en diverse liederen, toneel-, film-, jazz- en balletmuziek.


Lof der Duisternis

Het werk bestaat uit zes sombere bespiegelingen voor groot blaasorkest. Het werd geschreven in 1988 voor het Amsterdams Blazers Collectief in opdracht van het Fonds voor de Scheppende Toonkunst.
De delen:
  1. Spiegeling
  2. Nocturne
  3. Schaduwen
  4. De Goochelaar
  5. Rituele Dans
  6. Koraal
Het stuk bestaat eigenlijk maar uit één deel, het gedeelte dat nummer 3 draagt en Schaduwen heet. De overige onderdeeltjes zijn omlijstingen van dit grote blok.
Schaduwen is alleen maar een notenreeks, mineurachtig van opbouw, maar vooral treurig in zijn effect op de luisteraar. Waar in het verleden zo'n reeks noten de bouwsteen vormde voor een complete compositie, wordt hij in dit geval eindeloos en in veelvoud herhaald. Dat geeft de indruk van een voortdurend, nauwelijks waar te nemen verschuiven van patronen; de noten lijken achter elkaar in de coulissen te verdwijnen. Alles beweegt zich in een neerwaartse richting zonder dat er een soort duidelijk diepste punt bereikt wordt totdat men opeens gewaar wordt dat daar verandering in gekomen is en de beweging steeds manifester omwaarts gaat.

Tegenover het romantisch-sentimentele van dit centrale gedeelte staan de overige. Ook hier is dezelfde notenreeks aanwezig, maar nooit, zoals in Schaduwen, compleet. Steeds zijn, maar telkens enigszins anders, bepaalde onderdelen aanwezig. Ook in harmonisch opzicht is er sprake van een soort 'afdekken'. Elke samenklank die de tonaliteit van de notenreeks zou kunnen blootleggen is weggelaten of vermeden. Het hun houterige simpelheid fungeren ze als een soort lijst om een schilderij.

Deel 6, Koraal, heeft de status van een samenvatting: beide aspecten, de ambachtelijke tuttigheid van de kaderdeeltjes en de clichématige romantiek van Schaduwen zijn erin aanwezig, voor de goede luisteraar met de nodige ironie.

Uitvoeringen

Bezetting

piccolo, 2 fluit, hobo, 3 klarinet, basklarinet, altsax, tenorsax, baritonsax, 2 hoorn, 2 trompet, 2 trombone, bariton, 2 bastuba, slagwerk.

Tijdsduur

20 minuten.
ABC Home