De bandas beschikken over weinig authentiek repetoire. Dit werd duidelijk geïllustreerd door een grote prijsvraag, georganiseerd in Valencia (een provincie met een belangrijke banda-traditie), waar veel corpsen zich met een enorm fanatisme op stortten. Een belangrijke plaats op het programma werd ingenomen door bewerkingen van een zelfgekozen stuk, variërend van Toccata en Fuga in d van Bach tot Moessorgski's Een nacht op de kale berg en werken van Wagner, Liszt, Ravel, Stravinsky en Prokovjev. De bewerkingen waren echter niet altijd van de kwaliteit waarop men gehoopt had. Het prestigieuze van de prijsvraag paste niet bij het karakter van de bandas. Het evenwicht was zoek, een gevolg van de ontwikkelingen sinds het einde van de Burgeroorlog. Het avontuur werd geschuwd, men speelde op zeker en de transcripties werden belangrijker dan originele werken.
In de jaren zeventig werden de eerste aanzetten tot een eigen repertoire gegeven, die geleidelijk aan steeds meer navolging kregen. Een van de eerste Valenciaanse werken die ontstonden, is mijn Concierto para banda (1971). Mijn belangrijkste doel was het veranderen van het imago: de banda moest niet langer het kleine broertje van het symfonieorkest zijn, maar over een volwassen persoonlijkheid beschikken. Het resultaat is een zeer virtuoos werk met een klassieke opbouw (snel - langzaam - snel), maar met een vrijmoedige muzikale taal. (Amando Blanquer)