Jacques Ibert

Jacques Ibert (1890-1962) was een echte Parijzenaar. Hij had niet alleen aanleg voor muziek, maar ook voor toneel: zo was hij op 20-jarige leeftijd docent declamatie aan het Parijse conservatorium, waar hij enkele jaren later zijn opleiding tot componist begon.

Zijn muziek is helder, onsentimenteel en gekruid met pittige harmonie en ritmiek.


Concerto four violoncelle et orchestre d'instruments à vent

Het Concert voor cello en orkest werd in 1926 geschreven toen Ibert 35 jaar was, tijdens een verblijf aan de franse westkust. Het dubbele contrast tussen solist en orkest, en tussen strijker en blazers wordt fraai tot uitdrukking gebracht, waarbij aan de cello een ongebruikelijke ironische rol wordt toebedeeld. Ook de titels van de delen lijken met een knipoog gegeven: de Pastorale verdient met haar polyfone weefsel nauwelijks die naam, en afgezien van enkele lyrische momenten die exagérérement expressif gespeeld moeten worden, kan het tweede deel toch moeilijk een Romance worden genoemd. De Gigue tenslotte is een vrolijke strijd tussen de conflicterende thema's, die uitmondt in een coda dat meer heeft van een triomfantelijke mars.

De componist Henri Duttileux vond van al zijn tijdgenoten Ibert:

zonder twijfel de meest authentiek-franse componist; zijn kunst wordt wordt niet door de tand des tijds aangetast, omdat zij bovenal klassiek van vorm is..... maar wat een fantasie is er in die orde, in het evenwicht, wat een gevoeligheid spreekt er uit deze sobere muziek.

Uitvoeringen


ABC Home