Arne Mellnäs werd op 30 augustus 1933 geboren te
Stockholm. Hij studeerde aan de Rijksakademie voor Muziek aldaar,
van 1953 to 1961, waar hij in 1958 het leraarsdiploma behaalde.
In aansluiting hierop maakte hij diverse buitenlandse reizen
en studeerde hij compositie, onder andere bij Boris Blacher te
Berlijn (1959), Max Deutsch in Parijs (1961) en György Ligeti
in Wenen (1962). Deze laatste componist bleek op Mellnäs een
beslissende invloed te hebben gehad. Gedurende 1962-1963 studeerde hij
ondermeer bij Gottfried Michael Koenig te Bilthoven. Sinds 1972
doceert Mellnäs orkestratie aan de Zweedse Rijksakademie. Hij
is voorzitter van de Zweedse afdeling van de ISCM en lid van de Raad
van Zweedse componisten.
De belangrijkste positie die Mellnäs inneemt als technisch
vernieuwer en instigator van avantgarde-stijlvormen kan nauwelijks
overschat worden. Zijn uitgebreide kennis van de mogelijkheden van diverse
instrumenten is ronduit verbazingwekkend. De resultaten van zijn energieke
verkenningstocht gedurende de jaren 60 is uitgekristalliseerd in een
persoonlijke muzikale taal vol verschillende stemmingen. Tot zijn bekendste
werken behoren Nocturnes en L'infinito (voor koor).
(1978)
- Mot tandvärk
- Väcka kärlek
- Mot getingar
Besvärjelser (bezweringen) is gebaseerd op enkele teksten uit
de Zweedse folklore.
- Tegen kiespijn
Zoals de golven in de branding komen en verdwijnen
zo zal je kiespijn vergaan en tot niets worden.
(uit 'Suprina', een boek over Zwarte Kunst uit Schonen, ca. 1850)
- Om liefde op te wekken
Als je wilt dat iemand je zal liefhebben, schrijf dan in je hand
voordat de zon opgaat deze letters: TOOGRAS
(uit: C.O. Swahns Zwarte Kunstboek uit Småland, 19e eeuw)
- Tegen wespen
Wesp, wesp, gifnaald, van Satan ben je gekomen;
Steek in steen, maar niet in been, steek in grond, maar niet in huid
Steek in aarde, niet in vlees, steek je mij, dan val je dood.
(Jämtland, 1929)
Uitvoeringen
ABC Home