Guus Janssen

Guus Janssen (1951) studeerde piano en compositie aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam. Als uitvoerend pianist was hij enige tijd verbonden aan het ASKO-ensemble. Hij maakt deel uit van diverse kamermuziekensembles. In 1980 was hij tijdens het Warschauer Herbst Festival solist in zijn 'pianoconcert' Dans van de malic matrijzen. Eveneens in 1980 ging zijn orkestwerk Toonen in première tijdens de Donaueschinger Musiktage.

Janssen treedt op met onder andere Theo Loevendie en Maarten Altena en leidt het Guus Janssen Septet. Als improviserend solo-pianist trad hij op in binnen- en buitenland, onder andere tijdens het Holland Festival 1981 en het North Sea Jazz Festival 1982; verder tijdens festivals onder andere in Berlijn, Parijs, Pisa, Lugano en Zürich.

Als componist schrijft Janssen voor uiteenlopende bezettingen. Hij ontving verscheidene opdrachten. Zo componeerde hij voor de Rotterdamse Kunststichting Functional voor piano (1988); voor het Eeuwfeest van het Concertgebouworkest het orkestwerk Keer (1989), waarvan de eerste uitvoering plaatsvond op 19 april 1990 onder leiding van Riccardo Chailly; en voor het 30e seizoen van de VARA-matinee Veranderingen voor twee piano's, uitgevoerd op 16 februari 1991 in het Amsterdamse Concertgebouw.

Andere composities zijn onder andere uitgevoerd door het Mondriaankwartet, het Nederlands Blazers Ensemble, De Volharding, het Schönbergensemble en enkele vooraanstaande solisten onder wie Walter van Hauwe en Harry Sparnaay.

Janssen ontving in 1981 de Boy-Edgarprijs voor Jazz en Geïmproviseerde Muziek en in 1984 de Matthijs-Vermeulenprijs voor zijn kamermuziekwerk Temet. Een belangrijk deel van zijn werk is inmiddels verschenen op plaat en CD.


Concert voor piccolo en blaasorkest

Het Concert voor piccolo en blaasorkest is zijn eerste compositie voor het traditionele harmonie-orkest. In dit concert staat 'onttakelde' muziek, bestaande uit een langgerekte eenstemmige melodie verdeeld over de verschillende orkestgroepen, tegenover 'juichende' muziek, waarin een virtuose sololijn voor de piccolo begeleid wordt door een soort mediterrane doedelzak, uitgebeeld door de klarinettengroep. De 'juichende' muziek leift aan het slot tot een koraal, waar de piccolo op eenzame hoogte lijnen trekt boven de akkoordstapelingen op basis van de genoemde doedelzakmuziek.

Het concert werd gecomponeerd in 1991 voor Eleonore Pameijer en het Amsterdams Blazers Collectief.

Uitvoeringen

Bezetting

2 hobo, 2 fagot, 12 klarinet, 2 altsax, tenorsax, baritonsax, 4 trompet, 4 hoorn, 4 trombone, 2 bariton, 2 bastuba.
ABC Home