De Bambuso Sonoro is een nieuw instrument, nog steeds
in ontwikkeling, ontworpen en gebouwd door Hans van Koolwijk. In
vol ornaat zijn er meer dan honderd fluiten van bamboe opgesteld,
de kleinste in ongeveer zeven centimeter lang, de grootste bijna
zeven meter. De fluiten worden van wind voorzien door een krachtige
ventilator.
In het centrum staat Klaas Hoek,
de vaste bespeler, achter de halfronde speeltafel. Hij bedient
schuiven, waarmee hij de hoeveelheid wind die naar voren stroomt,
kan variëren. Daardoor ontstaan er prachtige rijke boventonen,
vaak dubbeltonen. Hij kan nog veel meer. Op de speeltafel zitten
vogelfuitjes, die hij erg luid en hoog kan laten gieren en
waarvan je de verschiltonen in je oren hoort. Voor een aantal
fluiten zijn er speciale klepjes met veren die allerlei snelle trillingen
genereren. Uit het rugwerk (met toetsen) klinken staccato
dubbeltonen of primitieve melodieën. Soms lijken de geluiden
helemaal niet meer van de bamboe te komen, je hoort het OER,
de oorsprong van klank. Ruis. Warme klanken van bassen. Volle klank
van boventonen. Heftige van koren. De glissandomachine
spant de kroon: hij staat tegenover het instrument opgesteld en
vormt met zijn straaljagerachtig gejank een aanvulling op de klankrijkdom.
Je moet lijfelijk aanwezig zijn, het echt zelf voelen, je liefst dichtbij de fluiten begeven, inde klank gaan zitten. De speler zien zweten. De moeite van het geluid ervaren..... (Hans van Koolwijk).
De Bambuso Sonoro is gebruikt op concerten met het Amsterdams Blazers Collectief op
19 juni 1993 (Muziekschool, Winterswijk), op
20 juni 1993 (in Paradiso, Amsterdam) en op
4 december 1994 (in Paradiso, Amsterdam)
met
Codex Z, voor groot blaasorkest en
bambuso sonoro
van Enrique Raxach.